BOB NOORDUYN 

Nederlandse vliegtuigbouwer in Canada

1893 – 1959


DIK TOP

Geboren 21 januari 1940

Soesterberg

Dik Top

Auteur van o.a. de volgende boeken,

 -SOESTERBERG VAN TOEN TOT NU

 -EEN EEUW VLIEGKAMP EN DORP SOESTERBERG 

 -SOESTERBERG ONS DORP


In Soesterberg is sinds 2018 een woonwijk met de naam van deze pionier onder de Nederlandse vliegtuigbouwers, nu is het misschien goed om iets over zijn prestaties in de luchtvaart in herinnering te brengen. Want succesvol was hij. (noot 1)

Waarom voor de naam Noorduyn is gekozen is niet helemaal duidelijk daar hij nooit in Soesterberg gewoond of gewerkt heeft.

Afkomst

Robert (Bob) Bernard Cornelis Noorduyn werd geboren in Nijmegen op 6 april 1893 als zoon van bankier Bernard Noorduyn en de Engelse Harriet Ellen Churchill. Het gezin verhuisde enige tijd later naar Rotterdam, waar hij zijn jeugd doorbracht. (noot 2) Op 1 januari 1908 verloor hij bij een tramongeluk een onderbeen. Meerdere kranten maakten daar de volgende dag melding van. Zijn leeftijd werd daarbij met een jaar verschil verkeerd aangegeven.

Vroege interesse voor de luchtvaart

Ondanks zijn handicap dook de naam R.B.C. Noorduyn al vroeg op in de Nederlandse en Engelse vliegwereld. Hij was secretaris-penningmeester van de in 1912 opgerichte Rotterdamsche Model Aero Club, de RMAC. Op 27 juli dat jaar won hij in Greenforth in Engeland bij wedstrijden voor modelvliegtuigen om de Gamage Cup de eerste prijs, 29 andere deelnemers achter zich latend. Hij hield ook lezingen over de modelvliegtuigsport en publiceerde in 1913 samen met A.W. Mees het boek Proefvliegtuigensport, haar wezen en haar praktijk. Noorduyn schreef het gedeelte Theorie en samenstelling der proefvliegtuigen

In het nummer van Vliegwereld van 15 december 1947 werd hij beschreven als de beste bouwer van modelvliegtuigen uit die tijd.

Engeland

Na een korte technische opleiding in Nederland en Duitsland vertrok hij in 1913 naar Engeland. Daar leerde hij – met een kunstbeen – vliegen op een Franse Caudron II. Hij sprak toen al vier talen vlot. Na een engagement bij de fabrieken Sopwith en Armstrong Whitworth als tekenaar ging hij in 1917 over naar de nieuwe fabriek British Aerial Transport (B.A.T.) waarvan Frits Koolhoven de medeoprichter was. Samen met Koolhoven was hij de ontwerper van de formidabele jager F.K.23 Bantam en het lesvliegtuig F.K.24. Hij leverde tevens een belangrijke bijdrage bij de bouw van het passagiersvliegtuig F.K.26. Toen B.A.T. in augustus en september 1919 met onder meer twee Bantams deelnam aan de ELTA in Amsterdam, werd een F.K.26 door Chistopher Draper naar Nederland overgevlogen, met als passagiers Frits Koolhoven, Bob Noorduyn en Tom van Laar.

Koolhovens F.K.26 waarschijnlijk op de ELTA. 1. Tom van Laar 2. Ir. Von Baumhauer 3. Mevr. Noorduyn 4. Bob Noorduyn 5. Draper bij de cockpit 6. Frits Koolhoven

Wegens het natte landingsterrein van de ELTA landde het toestel eerst op Soesterberg. Dit was waarschijnlijk de enige keer dat Nooduyn de grond van Soesterberg betrad. In Engeland moet Noorduyn ongeveer tien verschillende vliegtuigtypes hebben gevlogen. 

Koolhoven en luit. Louis Coblijn van Soesterberg richtten in sneltreinvaart hun luchtvaart maatschappij Cobor op. Met twee F.K.26’s werden vanaf najaar 1919 enige tijd vluchten gemaakt tussen Soesterberg (in advertenties soms aangeduid als vliegveld van Amsterdam!) en Hounslow bij Londen.

Nederland

Na zijn terugkeer naar Nederland begin 1920 samen met Koolhoven, was hij korte tijd in dienst bij de Rijks Studiedienst voor de Luchtvaart (R.S.L.) in Amsterdam. La Gazette de Hollande schreef nog op 22 juli 1920 over de Aerial Navigation Exhibition: <Besides the two planes already mentioned, there is the “Bat Bantam”, built by the Dutch builders Messrs. Koolhoven and Noorduyn.> De hoge prestaties van deze jager werden er bij vermeld.

Verenigde Staten en Fokker

Toen Anthony Fokker in 1921 de Verenigde Staten voor de eerste keer bezocht, vroeg hij Bob Noorduyn hem te vergezellen. Het resultaat van deze reis was dat Noorduyn daar achterbleef en manager werd van Fokker’s eerste Amerikaanse fabriek, The Netherlands Aircraft Manufacturing Company. Deze werd gevestigd op het vliegveld Teterboro in New York.

Bob trouwde reeds datzelfde jaar in Amerika, en wel op 8 oktober in New York met Bertha Hilton Piggott, die was geboren op 18 september 1892. In 1922 kregen ze zoon Robert Hancock. (overleden in 2008)

De Fokker Universal, ontworpen door Bob Noorduyn

Bij de latere Amerikaanse fabrieken van Fokker, waaronder de Atlantic Aircraft Corporation in Hasbrouck Heights, speelde Noorduyn ook een zeer centrale rol, onder meer als constructeur, financieel beheerder en vooral als manager. Hij was de ontwerper van de succesvolle Fokker ‘Universal’ van 1926 met een eenpersoons open cockpit. Hiervan werden er 44 gebouwd.

De Super Universal was ook een ontwerp van Noordyn

In 1928 volgde zijn ontwerp ‘Super Universal’. Dit was Fokkers grootste succes in de USA. De fabriek zelf produceerde er 81.

Vickers in Canada en Nakajima in Japan bouwden een groot aantal in licentie. De Canadese CF-AAM vliegt nog steeds. Deze werd in 1929 gebouwd en ging na een grondige revisie in 1998 weer voor het eerst de lucht in.

Andere belangrijke werkzaamheden

Vervolgens was Noorduyn vice-president en general manager van Teterboro Airport (N.J.). Vanaf 1929 was hij enige tijd vice-president van de vliegtuigfabriek Bellanca & Pitcairn. Giuseppe Bellanca had eerder het vliegtuig gebouwd waarmee Chamberlin met Levine als passagier over de Atlantische Oceaan vloog en op welk ontwerp ook de Ryan gebaseerd was, waarmee Lindbergh zijn beroemde vlucht New York-Parijs volbracht. 

Noorduyn had een belangrijk aandeel in de ontwikkeling van de eerste gesloten vierpersoons autogiro die Pitcairn in 1932 bouwde als PA-19.

Portret van Bob Noorduyn

Van Bob Noorduyn zijn vrijwel geen foto’s te vinden. De portretfoto van hem in het boek van Henri Hegener <Fokker, the Man and the Aircraft> lijkt vrijwel de enige te zijn die heeft overleefd.

Bob Noorduyn achter zijn bureau

Eigen fabriek in Canada

Een Norseman

Noorduyn stichtte in 1933 in Montreal in Canada de Noorduyn Aircraft Limited. Zijn ontwerp Noorduyn Norseman waarvan het prototype CF-AYO voor het eerst vloog op 14 november 1935, werd van meet af aan een succes. Deze hoogdekker had veel weg van Noorduyns eigen ontwerp, de Fokker Super Universal. Behalve de twee piloten was er plaats voor 6 tot 10 passagiers. Vliegwereld van 18 maart 1937 had een kort artikel over de Norseman met een.

Een van de laatste berichten in de vooroorlogse Nederlandse pers over Noorduyn verscheen in Vliegwereld van 19 mei 1938. Dit hield in dat Fokker en Noorduyn samen besprekingen zouden voeren met het Ministerie van Oorlog te Ottawa over het bouwen van snelle militaire vliegtuigen in Canada. Deze plannen gingen niet door. 

Het bijzondere van de Norseman was dat dit uitzonderlijke werkpaard zeer robuust was en speciaal was geconstrueerd voor het barre Canadese klimaat, waar hij uitstekend voldeed. Noorduyn had geen betere naam voor zijn product kunnen bedenken. Norseman betekent Inwoner van het Noorden.                                                                                                                                         Van 1935 tot 1959 bouwde zijn fabriek 903 er exemplaren van, in de varianten Mk.I tot en met Mk.VI. Alleen al aan de Verenigde Staten werden 759 stuks geleverd, het merendeel tijdens de Tweede Wereldoorlog.   

De Canadese Norseman QT 787

De Norsemans werden onder meer gebruikt als ambulancevliegtuig en als transportvliegtuig en werden geleverd in drie categorieën: met een wielonderstel, met ski’s en als watervliegtuig met drijvers. Deze onderstellen konden gemakkelijk worden verwisseld.

Een Norseman op ski-onderstel. In de USA werden ze gebruikt als C-46
Een Canadese Norseman op drijvers

De krant Vrij Nederland schreef op 29 januari 1944 dat prins Bernhard tijdens zijn ‘kerstbezoek’ aan Canada slechts één vliegtuigfabriek had bezocht. Dit was Noorduyn Ltd. in Montreal waar op dat moment 11.000 werknemers twee vliegtuigtypen bouwden, de Noorduyn Norseman, en in licentie de North American Harvard.

De Norsemans verschenen in allerlei variaties. Daarom grofweg: spanwijdte 15,7 m, lengte 9,86 m, maximum snelheid 248 km/u, startgewicht 3420 kg, motor Pratt & Whitney 600 pk. 

Dit vliegtuigtype bleef tot 1953 in productie en ging naar 67 landen over de hele wereld. Ze vlogen zowel in Arktis als in Antarktis.

Eén exemplaar kwam in Nederlands-Indië terecht. Deze Norseman werd kort na de oorlog aangetroffen in een Amerikaanse dump op Biak. De registratie PK-SAM werd met ouderwets grote letters aangebracht.

De PK-SAM die na WO II in Nederlands-Indie vloog (foto Vliegwereld 15 december 1947)

Hij was eigendom van luitenant-kolonel Meeuwenoord en kapitein Renaud. In 1948 werd hij overgenomen door de Indische Militaire Luchtvaart met als basis vliegveld Tjililitan. De registratie was toen I 400.

In Noorwegen werden er vanaf 1945 25 gebruikt tot aan 1959. Zweden gebruikte het type Norseman Tp 78 ook tot 1959, hoofdzakelijk als ambulancevliegtuig. Waar Frits Koolhoven helaas in 1938-’39 faalde in Zweden (en in Noorwegen) met zijn aanbod voor een F.K.49A ambulancevliegtuig en zijn Ontwerp 1142, slaagde zijn vroegere Nederlandse collega wel in deze landen met zijn producten. 

Bouwer van de bekende Harvards

De vliegtuigfabriek North American, die indirect voortkwam uit de laatste fabriek van Fokker in de Verenigde Staten, lanceerde in 1935 het lesvliegtuig NA-16. Fokker verwierf de verkooprechten voor Europa en kocht daarom één exemplaar om hiermee te kunnen demonstreren. Dit toestel werd in de mobilisatietijd gevorderd en vloog daardoor korte tijd op Soesterberg. De NA-16 werd verder ontwikkeld tot de geheel metalen AT-6 Texan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden door Noorduyn in licentie ongeveer 2800 van deze toestellen geproduceerd voor de geallieerden onder de naam Harvard AT-16. Op Soesterberg vlogen ze van eind jaren ’40 tot in de jaren ’70. Ze vielen erg op door hun typische knetterende geluid en hun gele kleur. In latere jaren werden de neuzen gespoten in een felle oranje ‘dayglow’ kleur.

De meeste in Nederland gebruikte Harvards werden gebouwd door Noorduyn. Hier een exemplaar op Soesterberg (collectie Dik Top)

Net als de Norsemans deden Harvards in heel veel landen en lange tijd dienst, in Zweden bij voorbeeld tot 1972.

Kort na de oorlog verloor Bob Noorduyn de grip op zijn fabriek. De aandelen alsmede de productie- en verkooprechten van de Norseman werden overgenomen door Canadian Car & Foundry. Deze transactie werd wel opgemerkt in Nederland door een bericht in Vliegwereld van 15 augustus 1946.

Laatste bezoek aan Nederland

In de Leeuwarder Courant van 2 augustus 1951 verscheen een artikeltje waarin werd meegedeeld dat Noorduyn in Nederland op bezoek was geweest. Hij vertelde daarin onder meer over de problematiek van het bouwen van vliegtuigen die ‘in de rimboe’ moesten kunnen worden gebruikt – zoals in de uitgestrekte bossen van Canada, waar bovendien de temperaturen ’s winters vaak zeer laag waren en veel sneeuw lag. Zulke vliegtuigen moesten simpel en zeer robuust zijn, weinig kosten en weinig onderhoud vergen. Daarom geen intrekbare wielen, geen onder zware omstandigheden moeilijk te repareren metalen vleugels en dat soort dingen. Zijn bekende ontwerp, de Norseman, had bewezen daarvoor het meest geschikte soort vliegtuig te zijn. Noorduyn voegde toe: <Trouwens, er zou alles voor te zeggen zijn, indien men überhaupt het vliegtuig wat eenvoudiger maakte en de aerodynamische perfectie iets minder opvoerde. Het zou minder snel gaan, maar het leven in de luchtvaart zou er plezieriger door worden.> 

Bijna vergeten in zijn geboorteland

Nog was zijn loopbaan als vliegtuigbouwer niet ten einde. In 1953 kocht hij de aandelen van de fabriek terug en vestigde hij Noorduyn Norseman Aircraft Limited.

Ondanks zijn grote successen als vliegtuigbouwer is deze in Nijmegen geboren Nederlander in eigen land zo goed als onbekend. Hij overleed 65 jaar oud op 22 februari 1959 in zijn woning in South Burlington in Vermont (USA). De restanten van zijn fabriek gingen in 1982 over naar Norco Associates. Daar werden geen vliegtuigen meer gebouwd. Zijn vrouw Bertha overleed op de leeftijd van 91 jaar in november 1983.

De Norseman die in een museum in Noorwegen staat, heeft een bijzondere loopbaan achter de rug. Bouwnummer 69. Deze kwam bij de Noorse luchtmacht in 1953. Reeds een jaar later werd hij buiten bedrijf gesteld. In augustus 1957 werd hij gekocht door de particulier Snorre Kjetilson die in Skien het bedrijf Fjellfly had opgericht. Deze Norseman werd gebruikt met drijvers als LN-BDP.

De Norseman LN-BDP van het Noorse bedrijf Fjellfly in Skien op drijvers, gefotografeerd in Larvik door Jaap Zwart op 6 mei 1970

Fjellfly had behalve deze nog twee Norsemans, de LN-BDR en de LN-BFN.

De LN-BDP werd in 1973 verkocht naar Zweden en in 1977 teruggekocht door een Noor. Dit is nu een prachtig museumexemplaar. 

Zweden heeft een Norseman Mk.VI die in het Flygvapenmuseum staat.

In Canada is nog het vliegende exemplaar CF-HPY eigendom van Alberta Aviation Museum.

De Norseman was het eerste vliegtuigtype dat in Canada werd ontworpen en gebouwd dat op grote schaal aan andere landen werd geleverd.

Noot 1. Met alle respect voor deze Nederlander met Engelse moeder, moet toch wel worden vastgesteld dat zijn naam absoluut niet thuis hoort in het Soesterbergse straatbeeld, omdat zijn werkzaamheden nooit op of in de nabijheid van ons dorp en zelfs niet in ons land hebben plaatsgevonden. Zo gezien zou het veel beter zijn een straat te noemen naar de belangrijkste technische man op Soesterberg, onder wiens bekwame leiding de vliegtuigen van 1913 tot aan 1940 werden onderhouden en gerepareerd en zelfs complete vliegtuigen werden gebouwd. De man die de vliegtuigen letterlijk in de lucht hield. Staande op zijn schouders oogstten de Soesterbergse vliegers hun nationale en internationale triomfen. Deze man was BEREND BOEVINK. Maar wat wil je? Hij was geen officier, en dat zegt alles!

Ook het lesvliegtuig Spijker V.2 dat door de Amsterdamse fabriek Trompenburg onder leiding van Henri Wijnmalen werd gebouwd verdient veel eerder dan Aviatik, Morane, Rumpler of Spad een straatnaam, omdat dit Nederlandse vliegtuig van 1919 tot ongeveer 1925 op Soesterberg werd gebruikt. Ja, van geen enkel vliegtuigtype deden er hier ooit zo veel dienst: 58 stuks! Dus SPIJKER en/of WIJNMALEN.            

Noot 2. Bernardus Noorduyn werd geboren op 31 juli 1860 in Nijmegen. Hij trouwde op 8 juni 1892 in de St. Stephanuskerk in Hampstead (Middlesex) met Harriet Ellen Churchill, die in Londen was geboren op 16 januari 1871. Behalve Robert kregen ze op 1 september 1895 de zoon Willem Jacob. De vader overleed al in Rotterdam op 24 augustus 1910, de moeder op 22 oktober 1947 in Den Haag. 

Bronnen:

Henri Hegener – Fokker, the Man and the Aircraft

Historische kranten en tijdschriften

Genealogische gegevens bijeengebracht door Eddy Habben-Jansen

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.

Geef een reactie