Een Kerstverhaal uit lang vervlogen tijd door Peter van de Weerd

Peter van de Weerd 24-12-1933, Verlengde Postweg 45.

Het was de dag voor Kerst toen ik werd gewekt door mijn moeder om 04:00 uur in de ochtend.Mijn truck was volgeladen met ongeveer 20 ton zware palen die bestemd waren voor de nieuwe zuivelfabriek in Groningen. Ik was voornemens om thuis te zijn voor 19.00 uur zodat ik samen met de jongens de kerstboom kon gaan opzetten.

Peter van de Weerd bij zijn vrachtwagen

Ik reed omstreeks 05:00 uur weg en om 10:00 uur kwam ik aan op de plaats van bestemming.

Je vraagt je misschien af waarom ik er 5 uur over deed, maar er waren verschillende wegen waar ik niet harder kon rijden dan 20 km per uur, op andere wegen kon ik 60 a 70 km per uur rijden.

In die tijd ging de hoofdweg dwars door het centrum van Amersfoort, Nijkerk, Putten, Harderwijk, Elburg, Zwolle en Assen.

Of er nog meer kleine steden of dorpjes waren, weet ik niet, maar dit is hoe het was in die tijd.

Nadat ik mijn vracht had gelost, ging ik voor een kopje koffie in ‘de drie paarden’, een café op Herenbrug in Groningen. Daar kreeg ik een telefoontje van mijn baas die mij verzocht om zo snel mogelijk naar het ‘Zeister bos’ te gaan om meer palen op te halen voor levering in ‘Den Haag’.

Het was inmiddels middag en ik at mijn boterhammen terug en dronk mijn koffie op.

Precies om 16:00 uur kwam ik in Zeist aan. Ik was 1 uur sneller zonder lading dan toen ik beladen was geweest.

De gehele lading werd verzameld op één plek door een werkploeg. Zij waren bereid om mij te helpen.

Het begon om 17.30 uur al donker te worden toen ik op weg was naar ‘Den Haag’ en ik stuurde een van de werknemers naar mijn huis om mijn familie te informeren dat ik verwachtte niet eerder thuis te zijn dan  21.00 uur of 22:00 uur.

Om 19.00 uur werd mijn vrachtwagen gelost naast een kerk op de Gouveneurlaan in Den Haag. Daar was een kerstdienst aan de gang en de mensen zongen een kerstliedje.

Toen ik klaar was met lossen zei de opzichter tegen mij dat zijn baas blij was, dat ik de palen op dit late tijdstip had geleverd, omdat de palen direct na Kerst in de grond gereden moesten worden. Ik ging mee naar zijn huis voor een kopje koffie en om een fooi van zijn baas in ontvangst te nemen.

Hij en zijn zonen bezaten één van de grootste loonbedrijven in Den Haag en omstreken, en vrachtwagens met hun naam zag je overal.

De eigenaar gaf me altijd een kwartje (25 cent, dat was veel geld in die tijd), maar dit keer dat gaf hij mij een gulden (100 cent) en een paar sigaren voor onderweg.

Hij gaf mij ook het bericht dat ik moest bellen naar mijn baas op weg naar huis.

Toen ik in Maartensdijk bij het bedrijf aankwam, parkeerde ik mijn vrachtwagen aan de voorkant van de boerderij. Het vroor heel hard.

Ik sprong op mijn fiets en ging naar ‘Woudzoom’ (het huis van mijn baas) om te zien wat hij wilde. Het was inmiddels 21.00 uur. De huishoudster gaf mij een kopje koffie en de vrouw des huizes gaf mij een gesloten envelop. Ze wenste me een vrolijk kerstfeest en op de envelop stond geschreven ‘een gelukkig Kerstfeest, ook voor je vrouw en kinderen’. Ik kreeg instructies om de envelop niet te openen totdat ik thuis was aangekomen.

Toen ik op de Dolderseweg reed, gingen de spoorbomen net naar beneden toen ik over wilde steken. Ik was zo nieuwsgierig naar de inhoud van de envelop dat ik niet kon wachten en de envelop opende.

Ingesloten waren twee 10 gulden biljetten en een geschreven briefje: “Een voor u en één voor uw vrouw’, stond er te lezen op het briefje.

Ik deed de envelop met inhoud snel in mijn zak en reed naar huis via de weg naast het vliegveld. Ik zong het oude liedje ‘Laat de Hele Boel Maar waaien’. (In die tijd lag er een fietspad).

Toen ik terug kwam bij de Verlengde Postweg (Gen. Winkelmanstraat) was het 21.30 uur. Ik had een werkdag achter de rug van 16,5 uur.

De kleintjes waren allemaal naar bed en mijn vrouw zat bij de onverlichte kaarsen van de kerstboom met de 3 oudste meisjes. Onze Kerstviering kon eindelijk beginnen.

Mijn vrouw was aangenaam verrast, wat ik wel verwacht had. We konden de 20 gulden namelijk heel goed gebruiken

We dronken een kopje koffie met elkaar en spraken over de kinderen en relevante zaken.

 

zoon Gerrit van de Weerd bij de woning aan de Verlengde Postweg 45 (Gen. Winkelmanstraat)

Met een paar brandende kaarsen en de houtkachel met afvalbeukenhout, wat ik een paar dagen geleden speciaal voor de kerst meegebracht had, was de sfeer in de keuken erg gezellig. Normaal gesproken branden we altijd sparren.

We hadden geen televisie of radio in die tijd, maar we waren niet anders gewend.

Ik was in de cabine van de vrachtwagen de hele dag blootgesteld aan de kou en het zoemende geluid van de motor geweest.

Iedereen begreep dat het enige wat ik wilde was om uit te rusten in mijn stoel en zelfs weg te dommelen. Ik was zo diep in slaap dat mijn vrouw en kinderen mij moesten uitkleden en mij naar bed moesten helpen.

Ik heb er niets van gemerkt en al snel was het hele gezin in diepe rust.

Toen ik de volgende ochtend wakker werd, was iedereen al op.

Het eerste wat ik hoorde was het zingen van Bertus en Gee.

In die tijd had Soesterberg nog steeds geen kerkdienst.

Die ochtend liepen de drie oudste meisjes en ik naar de kerk in Huis ter Heide voor de dienst.

Ned. Hervormde Kerk aan de Amersfoortseweg

De voorganger was Dominee Tuinstra. Toen we terugliepen naar huis werd de lucht wat donkerder en tegen de tijd dat we thuis aankwamen begon het te sneeuwen.

Nadat we onze koffie op hadden, zijn we snel ons middagmaal gaan voorbereiden.

Er waren natuurlijk aardappelen, groene bonen, witte bonen en konijn.

R. van Drie, de jachtopziener van Sterrenberg had het konijn voor ons geslacht. Het was een flink konijn. Eén konijn was genoeg voor deze kerst, omdat de jongste kinderen in die tijd niet zo veel aten.

Na onze maaltijd wilde ik een dutje doen, het sneeuwde niet meer. De 3 jongens waren enthousiast en wilden met mij naar het bos. Ik stemde hiermee in.

We gingen met ons vieren naar de bossen van Sterrenberg, onze kleine foxterriër vergezelde ons. Het was een mooie hond die net zo veel plezier in de verse sneeuw had als de jongens. Het was een leuk uitje voor ons vijven en we gingen terug naar huis met roodgloeiende wangen.

Nadat we onze schoenen hadden uitgedaan, keek mijn vrouw naar de voeten van Jan en checkte zijn handen om te kijken of hij geen last had van winterhanden.

Mijn vrouw zei tegen mij dat ze wist waarvoor ze de tien gulden ging gebruiken. Na de vakantie zou ze naar de schoenwinkel gaan om voor alle jongens een nieuw paar schoenen te kopen. Een paar Robinson schoenen kosten drie en een halve gulden.

Toen het schemerig werd, gingen we lichtjes aandoen van de kerstboom en samen zongen we kerstliederen (er waren ook vrienden van de meisjes aanwezig). Ze hebben allemaal genoten.

Later speelden we een aantal spelletjes. We hebben ons prima geamuseerd en iedereen deed zijn best om de hoogste score te behalen.

Het was al laat toen de avond brood maaltijd op tafel kwam. De kleintjes bleven op tot 20.00 uur om te spelen, daarna gingen ze naar bed. De grotere meisjes hadden moeder geholpen met de afwas en ondanks al dat lawaai was ik er toch in geslaagd om tot 20.00 uur weg te dommelen in mijn stoel. Het lijkt erop dat ik gewend ben geraakt aan lawaai, want als het stil was, werd ik wakker.

We zaten een tijdje gezellig bij elkaar, totdat de 3 meisjes om 21.00 uur naar bed gingen. Om 21.30 uur gingen wij naar bed. Rond  22:00 uur was het hele huishouden in diepe slaap.

Op Tweede Kerstdag gingen we na het ontbijt met ons allen naar het bos, met uitzondering van moeder en Stien die druk waren met de voorbereiding van onze maaltijd.

Het was prachtig helder vriesweer en het was heerlijk in het bos. Het weer was veel beter dan toen ik palen op mijn vrachtwagen moest hijsen.

We keerden hongerig terug naar huis. Dat was maar goed ook want we hadden bloemkool met worst voor de lunch.

De stukken worst zijn niet groot, maar iedereen at met smaak en dat was het belangrijkste.

In de middag was er een Kerstbijeenkomst bij de zondagsschool waar we allemaal aanwezig waren (met uitzondering van Stien en Bep). Dina was er voor de laatste keer en volgens mij was de heer Oosthuis de predikant.

De plek waar het werd gehouden was vlak bij het vliegveld en we ging tegen 18.00 uur tevreden huiswaarts.

Toen onze laatste Kerstmaaltijd bijna klaar was, kwam er een oude vrouw aan de deur. Ze woonde verderop in de straat. Ik kan mij haar naam niet herinneren, maar ze was de moeder van Annemien.

Ze had een halve Kerststol, ze zei dat ze niet wist wat ze er mee moest doen en daarom had ze de Kerststol meegebracht.

De stol gebruikte we tijdens de broodmaaltijd en het deed de oude vrouw deugd dat de Kerststol zo snel opgegeten werd.

Ze bleef nog even hangen om te kletsen tot het tijd was voor de kleintjes om naar bed te gaan.

Rond half tien gingen we allemaal naar bed.

We hadden twee geweldige Kerstdagen achter de rug, maar morgenochtend moest ik weer om 05:00 uur opstaan en om 6.00 uur met mijn vrachtwagen naar het ‘Deelerwoud’ in de buurt van Arnhem te vertrekken.

Dit verhaal is opgetekend door Peter van de Weerd in 1967 en bewerkt door kleinzoon Johan van Dam (Australie), vertaald uit het Engels door Marja van Soeren.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.

2 reacties op Een Kerstverhaal uit lang vervlogen tijd door Peter van de Weerd

  1. John van Dam schreef:

    Yes. Peter van der Weerd is the father of Gerrit van der Weerd (the policeman).
    My mother is the eldest member of Peter and Lisa’s Children. My mother is currently 101 years old and in good health. The only remaining van der Weerd children who are still alive are Christina (Verlengde Postweg and Ons Belang until 1955) and Dini (Verlengde Postweg 130 to 1948) Both live in Australia. Johan van Dam (Ons Belang 1943 to 1955

  2. l van dongen schreef:

    Dat is nog eens een Kerst verhaal!!!! Geweldig!!!

Geef een reactie