MUZIEKLERAAR EN VIOLIST GERARD ROODA

werkzaam in Soesterberg van 1933 tot 1966

Gerard Hendrik Johan Rooda werd op 30 juni 1891 geboren in Schoonhoven als zoon van sergeant Gerard Wilhelm Rooda (32 jaar) en Anna Maria Elisabeth Burg.


DIK TOP

Geboren 21 januari 1940

Soesterberg

Dik Top

Auteur van o.a. de volgende boeken,

 -SOESTERBERG VAN TOEN TOT NU

 -EEN EEUW VLIEGKAMP EN DORP SOESTERBERG

-SOESTERBERG ONS DORP


De eerste jaren leidde Gerard junior een zwerverig bestaan. Hij verhuisde in 1909 van Uitgeest naar Amsterdam en stond in 1910 bij de militie ingeschreven als telegrafist. Vanaf maart 1913 bracht hij wegens oplichting bijna een jaar door in de strafgevangenissen in Haarlem en Amsterdam. Op 14 februari 1914 werd hij in Amsterdam ‘ontslagen’.

1 Als gevangene in het Register veroordeelden Amsterdam. Over zijn vorm van oplichting is niets vermeld. Met de huidige toestanden waarbij talloze zware oplichters vrij rond lopen, kan misschien de vraag worden gesteld of het delict van Rooda wel van ernstige aard was.

(foto 1) Dat jaar ging hij naar Arnhem Musis Sacrum, waar met een gedegen muzikale opleiding de grondslag werd gelegd voor zijn carrière. Daarna moet hij aan boord van een schip van de KNSM enige tijd kapelmeester zijn geweest en daar zou hij zijn Duitse vrouw hebben leren kennen. Zij heette Gertrudis Maria Bertels en was geboren op 24 februari 1891 in Wipperfürth bij Keulen. Misschien fungeerde hij aan boord tevens als telegrafist en had zij er ook een betaalde baan. 

Amersfoort en St. Louis                                                         Ze trouwden vermoedelijk in Duitsland en gingen daarna in Amersfoort wonen. Daar bracht zij op 8 maart 1920 een levenloos kind ter wereld. Zijn beroep werd daarbij opgegeven als muzikant, adres Van Oldenbarneveldstraat 101A. Reeds in 1922 trad hij als kapelmeester regelmatig op in Amersfoort en in Soest, zowel met een strijkorkest als met een strijkkwartet. In 1923 hadden ze waarschijnlijk plannen om naar Duitsland te verhuizen, maar dit woord is op de verhuiskaart doorgehaald en in plaats daarvan werden ze dat jaar ingeschreven in Rotterdam, komend uit Utrecht. Begin 1925 keerden ze terug naar Amersfoort, Utrechtschestraat 29.                                                                        Van 1926 tot 1930 was hun adres daar Utrechtschestraat 25B. In deze tijd was Rooda verbonden aan het R.K. pensionaat of internaat St. Louis in Amersfoort. Een concert door leerlingen hiervan onder zijn leiding werd op de radio uitgezonden op 9 mei 1932. Hij organiseerde in die tijd ook een strijkkwartet met zijn leerlingen daar. Een nieuw optreden in Soest werd vermeld in de Soester Courant van 12 mei 1933. Hij had enkele solo’s gespeeld op de feestavond van de Soester Turnclub.

Inwoner van Soesterberg                                                                                                                  In september 1933 verhuisde Rooda met zijn vrouw naar Soesterberg. Zij namen intrek in het rechter gedeelte van de villa op Rademakerstraat 27, op de benedenverdieping. In dezelfde maand kregen ze telefoonaansluiting met nummer 98.

2 De villa op de Rademakerstraat waar behalve Pastunink ook Rooda woonde en zijn lessen gaf. De grote serre rechts diende als wachtkamer. In de aanbouw aan de voorkant was na het postkantoor het kantoor van de VVV en tijdens de Duitse bezetting het Distributiekantoor gevestigd. Later had H.J. Stasse er een schoenmakerij (collectie Dik Top)

In de linker helft van dit pand en op de bovenverdieping woonde Hendrik Pastunink, die tot deze tijd kantoorhouder was geweest van het postkantoor dat tot april dat jaar aan de voorzijde van deze dubbele woning was gevestigd. Deze ruimte werd daarna ingenomen door de VVV ‘Soesterbergsch Bloei’. Het debuut van Rooda in Soesterberg was mogelijk op 13 december 1933 in de zaal van Huis ten Halve, ter gelegenheid van de viering van het tienjarig bestaan van de Vrijwillige Brandweer, in aanwezigheid van burgemeester G. de Keth. Naast zijn muzikale activiteiten was Rooda boekhouder bij aannemer De Goede, van wie toen ook het huis op de Rademakerstraat was waar hij woonde. Zijn vrouw Gertrudis was vermoedelijk de motor achter de coulissen, die zijn optredens organiseerde. 

Strijkkwartet en strijkorkest                                                                                                           De Soester van 4 januari 1934 maakte bekend dat Rooda een ‘strijkje’ had opgericht. Het bestond uit vier violisten, één cellist en pianist Ben Polak met wie hij al eerder had opgetreden. Ze speelden bij allerlei gelegenheden. Reeds op 22 januari op de feestavond van de Oranje Vereniging ‘Wilhelmina’ en op 23 januari in Hotel Eemland bij de viering van het eerste lustrum van de toneelclub van de Soester Bandweer. In de aankondiging hiervan schreef de Gooi & Eemlander dat Rooda kapelmeester was geweest bij de KNSM. Op zondag 11 februari trad zijn ensemble op in Huis ten Halve tijdens een feestavond van de Katholieke Kring St. Carolus Soesterberg. (noot 1)

Een jeugdorkest in Soesterberg                                                                                                       De Soester Courant van 5 oktober 1934 schreef dat maandag jl. de R.K. Soesterbergsche Orkest Vereniging was opgericht, onder leiding van Rooda. Voorzitter was H. de Jager sr. Het orkest liet onder meer van zich horen in Huis ten Halve op zondag 27 februari 1935. Op deze zelfde zondag trad (voor de eerste keer?) het Kinder-Symphonie Orkest van Rooda op in verband met een bijeenkomst van de R.K. Vrouwenbond in Huis ten Halve.                                     Het uitsluitend uit kinderen bestaande orkest werd enige tijd later aangeduid als het ‘R.K. Soesterbergsche Jeugdorkest’. De leden ervan waren rooms katholieke jongens en meisjes van 10 tot en met 16 jaar. Een nieuw openbaar optreden vond plaats op donderdag 26 september 1935 in Huis ten Halve voor de R.K. Vrouwenbond, en nogmaals op 12 oktober. Deze optredens smaakten kennelijk naar meer. Al op 25 oktober trad het orkest op in Wijk bij Duurstede, eveneens voor een afdeling van de R.K. Vrouwenbond.                                             Rooda richtte eind 1935 ook het ‘Soesterbergsch Strijkorkest’ op. Ze gaven al een uitvoering in Huis ten Halve op 11 en 18 december.                                                                                               Op maandagavond 6 januari 1936 traden de R.K. Gemengde Zangvereniging met directeur A.E. Wegman en het R.K. Symphonieorkest o.l.v. Rooda gezamenlijk op in Huis ten Halve. Rooda en de zijnen speelden onder meer Orpheus in de Onderwereld van Offenbach en Nachruf van Schubert met een vioolsolo van Rooda. Een maand later bij een weldadigheidsfeest in Huis ten Halve werd door de R.K. Orkestvereniging van Rooda de Fliegermarsch van Urbach ten gehore gebracht. Diverse optredens volgden dit jaar.

Optredens bij de radio                                                                                                                        Met zijn strijkorkest was hij weer present in Huis ten Halve op woensdag 7 januari 1937 ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Juliana met prins Bernhard op diezelfde dag.               Op zaterdag 27 februari 1937 kreeg het jeugdorkest van Rooda al enige landelijke bekendheid door een optreden in de studio van de K.R.O. in Hilversum voor een radio-uitzending. Het volgende concert met de jeugd werd gegeven in Baarn op 28 april 1937, voor de R.K. Vrouwenvereeniging. De nieuwe burgemeester van Soest mr. Visser recipieerde op 15 september 1937 in Huis ten Halve. Deze bijeenkomst werd opgeluisterd door het jeugdorkest van Rooda. De Soesterbergsche Harmonie o.l.v. dirigent Poortinga speelde ook.                            De K.R.O. liet het niet bij het eerste optreden van de jonge Soesterbergers. Op zaterdag 11 juni 1938 mochten ze voor de tweede keer aantreden voor een radio-uitzending bij het kinderuurtje.Voor eigen publiek volgde een concert in Huis ten Halve op 19 oktober dat jaar. Het ensemble bestond op dat moment uit 33 jongens en meisjes. Ze brachten zeven nummers ten gehore, waaronder de Huzarenmarsch van Oscheit, een Schubert-fantasie arr. Rooda, waarbij de dirigent zelf solo speelde op zijn viool, de Mozart-fantasie van Urbach en het menuet van Boccherini. (noot 2)                                                                                                           Op 11 november 1938 werd de jaarlijkse R.K. onderwijsdag gehouden in de Handelsbeurs in Utrecht. Na de toespraak van de voorzitter speelde het jeugdorkest van Soesterberg een muzieknummer. Voor de vierde keer ging er een reis naar Hilversum op zaterdag 11 maart 1939, waar de 35 orkestleden een operetteprogramma in het kinderuurtje van de K.R.O. opvoerden. Er moet dus ook een derde radio-optreden bij de K.R.O. hebben plaatsgevonden. Op de dertigste van deze maand publiceerde De Maasbode een foto van het orkest en de dirigent .

3 Het Jeugdorkest van Rooda vermeld in de Maasbode van 30 maart 1939.

Niet meer uitsluitend katholiek                                                                                                  Rooda had kennelijk nog veel energie over. Op 16 juni 1939 meldde de Soester Courant dat hij een nieuw jeugdorkest had opgericht, met oud-leerlingen van de Christelijke school. Bij de ‘doop’ op zaterdag had dit orkest de naam ‘Sursum Corda’ gekregen. Het debuut zou het komende jaar volgen.                                                                                                                   Zaterdag 9 september 1939 was het orkest van Rooda voor de vijfde keer gast bij de K.R.O. In het kinderuurtje werden o.m. uitgevoerd de Vliegermarsch, In einem Klostergarten en de Soesterbergmarsch.De Soester Courant van 2 februari 1940 deelde mee dat het eerste lustrum was gevierd met een concert. Hierbij was onder anderen de burgemeester aanwezig. De krant vermeldde niet waar dit plaats vond. De jeugdige muzikanten voerden diverse muziekstukken op. Kinderen brachten o.l.v. mej. Nuijten Sneeuwwitje ten tonele. De orkestleden werden toegesproken door onder anderen het hoofd van de R.K. lagere school A.E. Wegman. Het concert werd kort daarna herhaald in Missiehuis Sint Jan.                                                                Het Utrechtsch Volksblad van 29 februari 1940 vermeldde dat op woensdagavond in het Pastoor Schiltehuis in Zuilen tijdens een ontspanningsavond voor militairen het programma werd verzorgd door het Jeugdorkest «Soesterberg» o.l.v. de heer Rooda. Het jongste lid van het ensemble was slechts zes jaar oud, het oudste zestien. De jeugdige vioolsoliste speelde de Humoreske van Dvorak. Het orkest oogstte veel bijval.In deze zelfde maand werd het 1ste lustrum van de Soesterbergsche Orkestvereeniging gevierd met een uitvoering in Missiehuis St. Jan. Zoals ‘beloofd’ in juni 1939 trad het Christelijk Jeugdorkest o.l.v. Rooda op. Dit gebeurde op  3 april 1940 in … vanzelfsprekend, Huis ten Halve. Het 18 ‘man’ sterke ensemble bracht tien nummers ten gehore.

Oorlog                                                                                                                                           

Kort daarna brak de oorlog uit. Daarmee was het nog niet meteen gedaan met het optreden van het jeugdorkest. De jongelui lieten nog van zich horen op 14 augustus 1940 bij de K.R.O. Maar daarna kwam er waarschijnlijk een einde aan de muzikale ensembles van de succesvolle muziekleraar Rooda. De privé muzieklessen bij hem thuis gingen nog wel door. Hij gaf mogelijk ook nog steeds muziekonderricht op het internaat St. Louis in Amersfoort.

Na de bevrijding                                                                                                                                Het lukte Rooda na de bevrijding toch weer een jeugdorkest op katholieke grondslag op de been te brengen. Waarschijnlijk een van de eerste concerten werd traditiegetrouw gegeven in Huis ten Halve op 10 juni 1947, ten bate van N.I.W.I.N. – de organisatie die geld bijeenbracht voor Nederlandse militairen overzee, met name in Nederlands-Indië. Mevrouw Mary Druijf-Richter begeleidde het orkest op de piano. Rooda bleef ook lessen aan huis geven. Niet alleen voor viool, maar ook voor blokfluit.                                                                                                  Een muziekavond volgde op 1 december 1947 in Huis ten Halve door het ‘leerlingenorkest’. Zij speelden de Kindersymfonie van Haydn. Een onderdeel van het orkest was de blokfluitclub. Uitstekende medewerking werd daarbij weer verleend door mevr. Druijf. Zij ontving na afloop bloemen, Rooda kreeg een lauwerkrans omgehangen. Rooda’s ensemble trad daarna elk jaar een keer op in Huis ten Halve, en ook weer in de radio-uitzendingen van de K.R.O. – in het programma ‘Wigwam’ op zaterdagmiddag.

5 Tijdens een uitzending in de studio van de K.R.O. Links op de rug gezien Rooda voor zijn jeugdige muzikanten. (foto Mieke Sluis-Spaan)

Tevens werd wel eens gespeeld in Amersfoort in het Grand Theater en in het paviljoen van het Berghotel. Zelfs voor Defensie, waaronder in februari 1948 voor de verpleegde militairen in het Revalidatie Centrum Aardenburg in Doorn.                                                                                              Soesterbergse jeugdige muzikanten waren in deze periode onder anderen Cor van Eijden, Gerard en Joke Habes, Bert Luijf, Greet, Tonny en Truus Majoor, Mieke Spaan, Rien Tammer, Ciska van de Valk, Joke Wanders en Toon Wegman. Er waren ook enige jongelui uit Amersfoort. Mevr. Druijf begeleidde het orkest meerdere malen. Zij trad soms ook op als soliste. Een andere soliste was zangeres mevr. Lorjé uit Utrecht. De heer Bikker (Bicker?) uit Amersfoort trad ook soms met het orkest op. Behalve dat hij goed viool speelde, kon hij prachtig op zijn vingers fluiten. Rooda werd ‘beleefd’ als een strenge leraar. De lessen werden gegeven in de woonkamer. Daarbij fungeerde de grote serre aan de zijkant van het huis als wachtkamer.                                                                                                                                                     In de volgende jaren werd nog regelmatig opgetreden, onder de naam Het Groot Jeugdorkest. Bij voorbeeld op 1 maart 1950 werd een muziekavond gegeven in het Militair Tehuis in Amersfoort. Op 22 mei dat jaar eveneens in het Militair Sanatorium bij Hoevelaken.              Deze concerten vonden nog plaats tot 1951. Op 17 januari dat jaar werd gespeeld in het Internaat St. Louis. Het is niet duidelijk wanneer het orkest van Rooda ophield te bestaan.

De huisnummers op de Rademakerstraat werden omstreeks 1950 gewijzigd. Rooda kreeg toen nummer 69 en Pastunink nummer 67. Ze verhuisden waarschijnlijk eind jaren ’50 naar Generaal Winkelmanstraat 139. Het lijkt aannemelijk dat Rooda ook daar nog privé lessen gaf. Hij overleed op 24 januari 1966, 74 jaar oud. Eigenaardig is dat in de rouwadvertentie zijn beroep alleen stond aangegeven als boekhouder. (afb) Zijn vrouw volgde hem op 17 augustus 1972. Het echtpaar had geen kinderen. 

De woning op de Rademakerstraat waar ze lang hadden gewoond en gewerkt werd in juni 1978 afgebroken.                                                                                             

6 De afbraak van de villa op Rademakerstraat, 14 juni 1978. (foto L. Kuijper)

Noot 1 Het bericht over de oprichting van een strijkje in 1934 lijkt overbodig, omdat hij al in 1922 als zodanig in Amersfoort en in Soest actief was. Of er moet in 1934 sprake zijn geweest van een nieuw opgericht kwartet.

Noot 2 Rooda bewerkte zelf diverse composities. Hij schreef ook muziekboekjes, waaronder <Handleiding voor blokfluit in C’> Dit werd uitgegeven door Wolter Hattink in Den Haag en J.A.H. Wagenaar in Utrecht. Het verscheen tot in 1966 in twee talen, Nederlands en Engels. Deze versie ging de hele wereld over, onder meer naar Engeland, Frankrijk, Oostenrijk, Italië, USA en Canada.

Bronnen:                                                                                                                                    

Historische kranten                                                                                                                                          Bijdrage van Mieke Sluis-Spaan                                                                                              Genealogische gegevens via Eddy Habben-Jansen                                                                                                                  

FEBRUARI 2021

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *